Direct naar artikelinhoud
NieuwsPSV

Alles onder controle, blijft PSV-coach Van Bommel stug volhouden

Als PSV-trainer in zwaar weer zou Mark van Bommel wel even zonder zijn controledrift kunnen. In aanloop naar het treffen met Heerenveen houdt hij vol: ‘Er is absoluut niets aan de hand.’

Steven Bergwijn (links) en Donyell Malen.Beeld Joep Leenen

Waren de donkere kringen rond de ogen van – de inmiddels vertrokken – Jaap Stam het symbool van de crisis bij Feyenoord, bij PSV zijn het de grijze haartjes in de baard van trainer Mark van Bommel. Die lijken talrijker dan in de periode vóór de zes wedstrijden zonder winst, leidend tot een enorme achterstand op Ajax (11 punten) en een ­wankele positie in de Europa League.

Het is een riskante observatie om te doen voor een journalist, dat van die baardharen, want de PSV-trainer zit er kort op bij de pers. Alles leest hij na. Ontdekt hij een foutje, dan krijgt de verslaggever dat, soms via een omweg, te ­horen. Ook richting zijn spelers is er weinig ruimte in disciplinair opzicht.

Controle uitoefenen was als speler uiteindelijk zijn kracht. Van Bommel werd pas een internationale topper toen hij als controleur op het middenveld ging spelen, daarvoor was hij avontuurlijker ingesteld.

Nu als coach in zwaar weer openbaart het zich ook als een zwakte. Zeker nadat hij flink door het stof moest daags na de nederlaag tegen Willem II van twee weken geleden. Eerste doelman Jeroen Zoet bleek in Tilburg niet tweede maar derde doelman te zijn geworden (inmiddels is hij weer tweede). Dat hij niet eens op de bank hoefde te zitten, hoorde hij pas na de warming-up. De balende Zoet nam na rust plaats in de spelersbus, leidend tot een negatieve social­mediastorm aan zijn adres. Van Bommel bood excuses aan.

Een dergelijke aantoonbare fout maakt de driftig corrigerende coach kwetsbaar, als vanzelf ook naar zijn ­spelers. Op de persconferentie van vrijdag in aanloop naar het treffen met Heerenveen op zondag ging het daarom over alles, behalve over Heerenveen, toch een gevaarlijke ploeg.

Van Bommel opende vrijdag met erop te zinspelen dat de schuld van de miscommunicatie niet (alleen) bij hem lag. ‘Jullie weten niet het hele verhaal. Dat ga ik ook niet vertellen. Ik ben ­verantwoordelijk daarvoor. Het is niet goed geweest wat wij gedaan hebben.’

Venijn

Keeperstrainer Ruud Hesp had Zoet duidelijk moeten maken hoe het zat, ­sijpelde door. En ook dat Van Bommel niet al te best zou klikken met technisch manager John de Jong. De trainer ­ontkende stellig. ‘Er is absoluut niets aan de hand.’ Met een vilein glimlachje: ‘Ik snap dat dit voor irritatie zorgt bij een aantal mensen. Het is mooi dat ­erover gesproken wordt, dat betekent dat mensen het niet leuk vinden dat het rustig is.’

Van Bommel-watchers weten: venijn hoort bij de 42-jarige Limburger als hij in het defensief wordt gedrongen. Toch is hij rustiger geworden, en geeft hij naast steekjes vooral kalme uiteenzettingen ten beste. Excuses voor het verval zijn er, maar ze tellen niet, beaamde hij bijvoorbeeld. ‘We moeten gewoon wedstrijden gaan winnen.’

Nee, een ervaren klankbord als Guus Hiddink heeft hij niet geraadpleegd, de voorbije weken. Al sinds zijn aanstelling in de zomer van 2018 staat schoonvader en voormalig bondscoach Bert van Marwijk hem bij. ‘Deze vraag werd niet gesteld toen we vorig seizoen 16 van de 17 wedstrijden wonnen. Je hebt fases waarin je succes hebt en waarin het minder gaat. Dat is heel logisch. Dat maak je als voetballer mee, en nu ook als trainer.’

Het verschil? ‘Als trainer moet je meer vragen beantwoorden, je krijgt andere vragen, ze worden wat agressiever. ­Mensen vinden het niet zo leuk als het goed gaat en vinden het wel leuk als het minder gaat. Dat weet je van tevoren.’

Contemplatiever: ‘Natuurlijk denk je steeds: heb ik het goed gedaan? Maar dat vroeg ik me ook af toen we er 16 van de 17 wonnen.’

Wedstrijdfit

Hij glunderde toen een journalist constateerde dat PSV tegen Willem II ­helemaal niet zo slecht speelde tot 30 meter voor het doel, en dat met de weer fitte aanvallers Malen en Bergwijn erbij het probleem opgelost kan zijn. ‘Ik vind het mooi dat jij dat zegt. Jij kijkt goed naar voetbal. Er zit een idee achter bij ons. Daarna gaat het om vorm of ­keuzes.’

Aan de andere kant bevestigde hij dat er weinig spelers zijn met het karakter om de ploeg te sturen. Hij benoemde de na een langdurige blessure teruggekeerde Ibrahim Afellay in de zomer tot aanvoerder, maar acht die nog altijd niet ­wedstrijdfit. ‘Hij manifesteert zich op het trainingsveld en binnen de ­muren hier uitstekend. Ik had de stappen die hij nu maakt eerder verwacht. Maar daar kan hij niets aan doen. Samen ­moeten we iets neerzetten.’

Ten slotte meldde hij eerlijk toch soms ‘geïrriteerd te zijn’ richting de ­media. ‘Omdat er dingen geschreven worden die niet helemaal kloppen over die situatie met Zoet.’ Nee, hij wilde er verder niet over uitweiden. Van ­Bommel snapte dat hij nu even pas op de plaats moet maken.