Direct naar artikelinhoud
Column

Ten Hag is nog geen wondertrainer en ook geen fenomeen. Vooralsnog is hij een integere en bescheiden vakman. Dat is al heel wat

Na PSV – Ajax, een jaar geleden, schreef Frank ­Heinen voor ­hpdetijd.nl een Speld-achtig stukje waarin Ajacieden zichzelf in geuren en kleuren ophemelden. ‘Ajax wederom de beste’, stond erboven. Dat was grappig, want Ajax had de wedstrijd met 3-0 verloren.

De trainer van Ajax, Erik ten Hag, wees uitgelaten op de vreugde van de PSV’ers. ‘Als je ziet hoe blij ze zijn met dat ze ons verslaan, dan kun je niet anders dan concluderen dat wij in wezen beter zijn. En dat is dan weer een enorm compliment aan onze organisatie.’

De quote van Ten Hag kwam op Twitter terecht. Hij trok de aandacht van de gerenommeerde sportverslaggever Jack van Gelder. Die had niet door dat het een satirisch verzinsel was en reageerde als volgt: ‘Deze man is volkomen ongeschikt voor Ajax.’

Het waren echt niet alleen Valentijn Driessen van De Telegraaf en diens waterdrager Mike Verweij die Ten Hag niet pruimden, tot een paar weken geleden. Op Twitter was de hashtag #tenhagout lang razend populair. In het peloton van de sportpers werd Ten Hag door bijna niemand serieus genomen, en zelfs uitgelachen.

Bert Wagendorp schreef dat daar maar één oorzaak voor is: het Twentse accent van Ten Hag. Zonder twijfel speelt dat een rol. Om die reden werd Hans Westerhof ooit bij Ajax overladen met argwaan en Fred Rutten bij Feyenoord. Net zoals Ten Hag werd hun ook een gebrek aan ‘uitstraling’ verweten, wat dat ook mag betekenen.

Verslaggevers die niet in de gaten hebben dat Ten Hag een accent heeft, van de Italiaanse sportkrant Gazzetta dello Sport bijvoorbeeld, hebben geen last van die vooringenomenheid. Ten Hag kreeg na ­Juventus – Ajax het hoogste cijfer van iedereen, een acht.

De toelichting: ‘Vraag: en als Ajax alle kansen had benut? Het spel is mooi, spectaculair, moedig. Een nieuwe voetbalwind waait door Europa. En hij is de onbetwiste architect.’ Voor de wedstrijd was Ten Hag door de Gazzetta al een fenomeno genoemd, ondanks zijn vermeende gebrek aan uitstraling.

In de Nederlandse kranten en op televisie werd de rol van Ten Hag na de zege op Juventus aanvankelijk nauwelijks belicht. Hier werd hij pas aan het eind van de week een fenomeen.

Juichend meldde De Telegraaf dat Ajax het contract met de trainer wil verlengen. Het lulletje rozewater uit (hahaha) Haaksbergen was plotseling een meestertacticus, een briljante strateeg die de gewiekste Italianen op eigen terrein versloeg door de ene zes naast de andere te zetten. Het kan verkeren.

Dinsdag in Turijn werd Ten Hag toegezongen door de supporters van Ajax. Veronica-verslaggever Wytse van der Goot legde hem voor dat het ook voor hem persoonlijk vast een schitterende avond moest zijn. Ten Hag zei vol overtuiging dat het niet om hem ging, maar om Ajax, om het team en om iets wat hij het ‘wij-gevoel’ noemde.

Zo zit die man nu eenmaal in elkaar. Hij heeft geen groot ego en doet, in tegenstelling tot veel van zijn collega’s, geen enkele moeite om het succes te kapen, ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Er was geen spoor van triomfantalisme te ontdekken.

In de studio zat Johan Derksen. Hij wilde na het interview zo graag iets zeggen dat hij presentator Hélène Hendriks onderbrak. Ten Hag, zei hij, moet niet hypocriet gaan doen over dat wij-gevoel, want hij beseft heel goed dat zijn marktwaarde hierdoor ook stijgt. De ­redenering was raadselachtig, maar vooral kwaadaardig, een laffe tackle van een man die denkt dat Ten Hag in de ­eerste plaats aan zichzelf en zijn portemonnee denkt – zoals hijzelf doet, zeg maar.

Ten Hag is geen wondertrainer en ook geen fenomeen en nog lang geen Michels of Van Gaal. Wondertrainers verliezen niet met 6-2 van het slechtste Feyenoord in ­jaren, zoals een paar maanden geleden. Vooralsnog is hij een integere en bescheiden vakman. Dat is al heel wat.