Direct naar artikelinhoud

PSV wint spektakelstuk tegen Feyenoord en is bijna koploper

De topper PSV - Feyenoord was een pijnlijke illustratie van de belabberde staat van het Nederlandse voetbal. Toch was het een onderhoudend kijkspel. In de eredivisie kan tegenwoordig bijna alles.

PSV'er Gaston Pereiro maakte de enige treffer.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Wat topclubs allemaal doen en laten hier te lande, is fascinerend en ergerlijk. PSV won (1-0) van de landskampioen, maar vooralsnog valt in de club uit Eindhoven met de beste wil van de wereld geen titelkandidaat te ontwaren. Dat hoeft trouwens ook nog niet, in een piepjong seizoen. Maar toch: de schrijnende onmacht van PSV tegen tien Feyenoorders, de kwetsbaarheid van Feyenoord zelf, alle fouten, de gemiste kansen, de chaos, de onbehouwenheid aan beide kanten bij het maken van overtredingen; het maakte van de topper een vreemde vertoning.

Gelukkig dat Jean-Paul Boëtius de bal af en toe beroerde. De linksbuiten van Feyenoord, terug in Nederland na perioden bij Basel en Genk, doet lang niet alles goed, maar hij brengt sierlijkheid, techniek en lichtvoetigheid, hetgeen sowieso geen kwaad kan in een tijd van zwaarmoedige gevoelens, als het om voetbal gaat.

Sam Lammers in duel met Eric Botteghin.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

In de eredivisie kan tegenwoordig bijna alles, hetgeen een steun moet zijn voor PSV. Dit is de competitie in een notendop: bij PSV is het bijna crisis, totdat kampioen Feyenoord langskomt: 1-0. De lucht is weer even geklaard van chagrijn om trainer Cocu, het aankoopbeleid, de leiding of wat dies meer zij.

Bij FC Twente is het bijna hommeles, maar dan wint de ploeg van de bekritiseerde trainer Hake met 4-0 van Utrecht. Vier-nul. Ajax leeft in totale rust toe naar het duel met ADO, helemaal vrij van Europese verplichtingen door de week, doch speelt gelijk in Den Haag door een beetje te lummelen. Ondanks de hevige kritiek op hemzelf en zijn elftal, telt Cocu dus alvast de zegeningen van morgen: 'Het is een geweldige zondag voor ons. Straks zal ik heel tevreden zijn.'

Feyenoord had dan wel vaak de bal, maar bijna telkens was PSV gevaarlijk als het de aanval overnam

Rode kaart

Feyenoord komt in Eindhoven met tien man te staan na de rode kaart voor aanvaller Steven Berghuis, na twee keer geel, en is vanaf dat moment aanmerkelijk beter dan PSV. Trainer Cocu spreekt na afloop van een 'mysterie'. Hoe kan dat toch, dat het soms met tien man beter gaat, en de andere keer tegen tien man zo moeilijk is? Ja, het moet ook een kwestie zijn van intensiteit, al dan niet onbewust beleefd. Het zit in het hoofd. Iedere PSV'er weet precies wat hem te doen staat na rust, maar er komt niets van de voornemens terecht.

En Feyenoord, dat op grond van doelsaldo koploper blijft, herstelt het evenwicht op het veld. Cocu's collega Giovanni van Bronckhorst mist zijn aanvalsleider Jørgensen door een blessure, waardoor Kramer net als tegen Manchester City mag meedoen. Kramer is een ander type. Luier ook, minder dominant. Kramer neemt geen vorm en ritme mee, geen vermogen om structureel mee te voetballen in het combinatiespel. In zekere zin speelt Feyenoord dan met tien man, al voordat de rode kaart is gegeven aan Berghuis, die eerst doorglijdt op Luuk de Jong (geel) en vervolgens Hendrix dommig vasthoudt (weer geel).

Zo bezien is de rode kaart voor Berghuis een geschenk voor Feyenoord. Van Bronckhorst wisselt Kramer in de rust, brengt met Amrabat een extra middenvelder en vanaf dat moment heerst de kampioen. PSV mist elk vermogen om de numerieke meerderheid te benutten, wat best ontluisterend is om te aanschouwen. Zo blijft het bij dat ene doelpunt, al in de tweede minuut gemaakt door Pereiro, nadat Brenet en Locadia veel ruimte hebben gekregen op de linkerflank. De eerste twintig minuten van PSV zijn best aardig, met name door de snelheid in de tegenaanval. Maar PSV loopt bepaald niet over van creativiteit. Zelf iets verzinnen is lastig.

Feyenoord is in die eerste fase kwetsbaar, door de traagheid van het centrum Botteghin/Van der Heijden bijvoorbeeld. Of door het gebrek aan vastigheid. Bijna nooit rolt een aanval lekker door, altijd gaat het onderweg wel ergens fout.

Feyenoorder Steven Berghuis moest het veld af na een tweede gele kaart.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Schijnbeweging

Verder is voetbal ook een kwestie van toeval. Vorig seizoen was PSV in Eindhoven beter, maar won Feyenoord op weg naar de titel nochtans met 1-0. In de Kuip won Feyenoord opnieuw, door de beslissende treffer met de doellijnbewaking, toen doelman Zoet de bal even achter de lijn naar zijn borst trok. Nu duikt Zoet opnieuw, bij een kopbal van Botteghin, en houdt hij de kopbal net voor de doellijn tegen, gewaarschuwd als hij is. De grootste kans op de gelijkmaker is voor Toornstra, die van dichtbij overschiet na een schitterende schijnbeweging van Boëtius.

Feyenoord heeft op het oog meer mogelijkheden, blijkt op zo'n middag, en dat is in een niet eens zo grijs verleden weleens totaal anders geweest. Zo is het een genot om Boëtius te aanschouwen. Vergelijk dat eens met de botte kracht van Locadia, de man op links bij PSV. Nee, de beste PSV'er is doelman Zoet, met zeker twee spectaculaire reddingen. 'Wij creëerden met tien man meer kansen dan PSV', concludeert Van Bronckhorst met spijt.