KNVB-directeur De Jong: verhuizing Hawk-Eye geen optie
In Eindhoven en omstreken denken ze er vast nog steeds heel anders over, maar bij de KNVB is men blij dat de doellijntechnologie zijn waarde heeft bewezen tijdens de competitietopper tussen Feyenoord en PSV van zondag.
"Dit is uiteindelijk een van de belangrijke redenen geweest waarom we dit project ooit gestart zijn en waarom wij als KNVB geloven in technologische hulpmiddelen", vertelt Gijs de Jong, directeur betaald voetbal van de KNVB.
Het menselijk oog schoot tekort, maar de techniek registreerde feilloos hoe PSV-doelman Jeroen Zoet in al zijn onschuld de bal een fractie van een seconde over de achterlijn had gebracht. Doelpunt Feyenoord: 2-1, tevens de eindstand. "Deze beslissing was zonder deze technologie natuurlijk nooit gemaakt. En dat in zo'n belangrijke wedstrijd", aldus De Jong.
Geen twijfel
Scheidsrechter Bas Nijhuis toonde zich ook al in zijn nopjes met het Hawk-Eye-systeem. Hij werd na het toekennen van het doelpunt belaagd door boze PSV'ers, maar twijfelde geen moment aan de juistheid van zijn beslissing. Het vertrouwen in de techniek was honderd procent.
"Als je in het stadion komt, pak je de bal en test je of het systeem ook werkt", legde hij bij RTV Oost uit. "Als je de bal dan over de doellijn legt, maar nog net tegen de lijn aan, dan gaat-ie niet af. Maar één millimeter verder: poef, hij gaat af. Dan krijg je een signaal. Dat wordt helemaal getest."
Onbedoeld doen ook de spelers daarbij een duit in het zakje. "Tijdens de warming-up of als ik in de rust aan de thee zit en de jongens op het veld aan het inschieten zijn, is het de hele tijd: goal, goal, goal."
Klassieker
Tevredenheid alom dus, maar er is ook een keerzijde: de KNVB beschikt over slechts één Hawk-Eye-systeem. Tot de winterstop hing dat in de Arena in Amsterdam, daarna werd de boel in de Rotterdamse Kuip aangebracht. Zo was het van tevoren met alle betrokkenen afgesproken.
De verleiding is groot om voor de Klassieker Ajax-Feyenoord, die op 2 april wellicht beslissend is in de strijd om het kampioenschap, de hele zaak toch weer naar de hoofdstad te verhuizen.
"Dat is voor ons geen optie", wijst De Jong dat idee resoluut van de hand. "We hebben duidelijk van tevoren afgesproken wat we zouden doen. Dat gaan we nu niet veranderen. Natuurlijk, het liefst zouden we elke week bij iedere wedstrijd dit systeem hebben. Maar dat is op dit moment simpelweg niet mogelijk door de logistieke beperkingen en de kosten."
Zes miljoen euro
In de rijke Engelse competitie beschikken alle clubs over doellijntechnologie, maar dat is voor de eredivisie niet haalbaar. "Als je praat over in totaal achttien teams, dan kost het een goeie zes miljoen euro", weet Nijhuis. "De vraag is dan: wie betaalt dat? Ik kan mij best voorstellen dat als Heracles daar drie ton voor moet betalen... Daar kunnen ze ook een rechtsback voor kopen. En dat zullen ze misschien liever doen."
Ondertussen loopt Nederland op een ander vlak wel degelijk voorop in het gebruik van technische hulpmiddelen voor de arbitrage. Zo wordt in het bekertoernooi gebruikgemaakt van de videoscheidsrechter. "Als je het ons nu vraagt", geeft De Jong meteen toe, "heeft videoarbitrage verreweg meer toegevoegde waarde dan doellijntechnologie. Maar ik wil het liefst allebei."
Dat zit er vooralsnog niet in. De wil is er wel, maar het geld niet. Nóg niet in ieder geval. "Ik heb wel de hoop dat dit binnen nu en tien jaar overal is. Of zelfs binnen vijf jaar. Maar volgend jaar zal het nog niet zover zijn."
